Voor het eerst schetst de zogenaamde ‘Dutch Diamond’, de Rijksoverheid, het bedrijfsleven, financiële instellingen, het maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen én jongeren een beeld van de Nederlandse uitvoering van de Sustainable Development Goals (SDGs). Uit de rapportage blijkt dat Nederland goed inzet op een aantal thema’s, maar ook dat er grote zorgen zijn, onder andere op het gebied van kinderrechten.
Nederlands zet goed in op thema’s als duurzaamheid, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, het bevorderen van vrede, veiligheid en rechtvaardigheid (SDG16). Er zijn echter grote zorgen over sociale en economische ongelijkheid, de 320.000 kinderen in armoede in Nederland (SDG1), overgewicht onder jongeren (SDG3) en het gebrek aan data om de SDG-voortgang van kinderen te kunnen monitoren. Daarnaast is blijvende aandacht nodig voor het thema kinderarbeid (SDG8): Nederlandse en internationale regels rond arbeidsomstandigheden en arbeidstijden voor jongeren worden veelvuldig overtreden. Ook bestaan er zorgen over de positie van bepaalde groepen meisjes in Nederland (SDG5). In het kader van mensenhandel zijn Roma-kinderen kwetsbaar om gedwongen te worden tot diefstal en bedelen; vluchtelingenkinderen die seksueel worden uitgebuit, meisjes die slachtoffer worden van besnijdenis en meisjes die worden geprostitueerd.
Het maatschappelijk middenveld hamert op een ambitieuze aanpak van de overheid. Dat betekent investeren in betere dataverzameling, het betrekken van kinderen en jongeren bij het SDG-proces (participatie). Tevens kunnen gemeenten en (lokale) organisaties de stem van kinderen beter meenemen. De Nederlandse overheid moet toegang tot gezondheidszorg en (betaalbare) gezondheidsverzekeringen prioriteren (SDG3). Tevens moet met wet- en regelgeving worden ingezet op gezonde voeding, zodat overgewicht onder jongeren tegengegaan kan worden. Wat betreft duurzaamheid kan Nederland inzetten op een snelle transitie van fossiele energie naar hernieuwbare energie, en het helpen van ontwikkelingslanden met het realiseren van deze transitie. Tot slot is het belangrijk dat SDG3 (goede gezondheid) en 5 (gendergelijkheid) ook in fragiele staten wordt bereikt, bijvoorbeeld door middel van gender sensitieve preventie, door het steunen van programma’s gericht op het versterken van de sociaaleconomische positie van meisjes, noodhulp en vredesonderhandelingen.
Maatschappelijke organisaties, waaronder kinderrechtenorganisaties, dragen op allerlei manieren bij aan duurzame ontwikkeling wereldwijd. Bijvoorbeeld via armoedebestrijding door kerken, verbetering van arbeidsomstandigheden door vakbonden, werken aan een gezonde levensstijl door sportverenigingen en het ondersteunen van de allerarmsten wereldwijd door ontwikkelingsorganisaties. Veel organisaties koppelen hun werk nog niet expliciet aan de SDGs. Dit kan te maken hebben met een nog te beperkte bekendheid van de SDG’s.
Meer informatie
Download hier de SDG-rapportage ‘Nederland ontwikkelt duurzaam‘, Dutch Diamond, d.d. mei 2017.